Goniometrie > Helling en tangens
123456Helling en tangens

Voorbeeld 3

Je ziet hier een oprit naar een huis van 13 m lengte die een hoogteverschil van 1 m overbrugt.
Hoeveel bedraagt het hellingspercentage van deze oprit? En hoe groot is de hellingshoek?

> antwoord

Met de stelling van Pythagoras vind je A B = 168 12,96 m.
De helling is dus 1 / 12,96 0,077 en dat geeft een hellingspercentage van ongeveer 7,7%.

Omdat de helling van een vector gelijk is aan de tangens van de hellingshoek α , geldt tan ( α ) 0,077 . Dit geeft met je rekenmachine α 4,4 ° .

Opgave 9

Bekijk in Voorbeeld 3 de berekening van het hellingspercentage en de hellingshoek van een oprit.

a

Laat zien dat A B = 168 12,96 .

b

Hoe wordt het hellingspercentage berekend?

c

Bereken zelf de hellingshoek.

Opgave 10

Dit verkeersbord geeft aan dat de weg waarbij het staat een hellingspercentage van (gemiddeld) 10% heeft.

a

Welke hellingshoek hoort er bij zo'n hellingspercentage?

b

Als je 3 km op deze weg hebt gereden, hoeveel m ben je dan (gemiddeld) gestegen?

c

Als je 100 m bent gestegen op deze weg, hoeveel m heb je dan hemelsbreed ongeveer afgelegd?

Opgave 11

Hier zie je een vector met een "hellingshoek" van 120 °.

a

Waarom is tan ( 120 ) een negatief getal?

b

Als de zijwaartse component van deze vector 5 is, hoeveel bedraagt dan de centrale component?

verder | terug