Ruimtemeetkunde > Doorsneden
12345Doorsneden

Theorie

Een doorsnede van een ruimtelijke figuur met een plat vlak is de figuur die wordt gevormd door alle snijlijnen. Heeft die doorsnede de vorm van een driehoek, dan kun je ervan verzekerd zijn dat het inderdaad om een plat vlak gaat. Bij vierhoeken, vijfhoeken, etc., moet je nauwkeuriger kijken. Om te controleren dat zo'n figuur echt vlak is, kun je gebruiken dat in een plat vlak alleen evenwijdige of elkaar snijdende lijnen liggen. Lijnen die niet evenwijdig zijn èn elkaar niet snijden heten kruisende lijnen. Lijnen die elkaar kruisen kunnen nooit in één vlak liggen.

Om in een doorsnede berekeningen te kunnen uitvoeren teken je hem op ware grootte. Daarmee wordt bedoeld dat alle hoeken hun werkelijke vorm hebben en alle zijden hun werkelijke lengte (eventueel op schaal getekend). Bij het tekenen op ware grootte construeer je vaak driehoeken m.b.v. de passer. Teken hulpfiguren waarvan je de afmetingen al kent om onbekende lengten en hoeken te vinden.

verder | terug