Herleid deze uitdrukkingen eerst tot een vorm met één breuk en bereken ze daarna als `a=5` en `b=text(-)2` .
`2/a + 3/b`
`(14a)/(2ab) - (6a^2)/(3ab)`
`(4a)/(5b) * (15ab)/(3b)`
`(4a)/(5b) // (3ab)/(15b)`
Herleid deze uitdrukkingen tot `y` is uitgedrukt in `x` .
`2x*3y=12`
`2/x = 7/x-1/y`