Los de volgende vergelijkingen op. Geef waar nodig een benadering in twee decimalen nauwkeurig.
`15 - 0,25t = 28 - 0,29t`
`200/(a+1) = 78`
`x^3 = 2+x`
Een vierkant stuk grond krijgt aan alle zijden een boswal die `3` m breed is. De oppervlakte van het stuk grond wordt daardoor vergroot met `1500` m2.
Noem de zijden van het oorspronkelijke vierkant
`x`
.
Leg uit dat nu moet gelden
`(x+6)^2 - x^2 = 1500`
.
Werk de haakjes weg en los de vergelijking op. Hoe groot is elke zijde van het oorspronkelijke vierkant?