Los de volgende vergelijkingen algebraïsch op.
`40/v + 5 = 80`
`15/x + 30/(4x) = 45`
`10/(5 + x) = 4`
Van een rechthoekig stuk land is de oppervlakte `1200` m2.
De omtrek van dit stuk grond is `146` m.
Noem de kortste zijde van dit stuk land
`x`
.
Laat zien dat dan geldt:
`x + 1200/x = 73`
.
Bereken de lengte van de zijden van het oorspronkelijke stuk land.