Rekenen en algebra > Breuken
12345Breuken

Verwerken

Opgave 8

Reken met de twee breuken `(2 x) /y` en `x/ (3 y)` . Neem aan dat `x ≠ 0` en `y ≠ 0` .

a

Bereken de som van beide breuken.

b

Bereken het product van beide breuken.

c

Bereken `(2 x) /y - x/ (3 y)` .

d

Bereken `(2 x) /y / x/ (3 y)` .

e

Bereken de som van de breuken `(2 x) /y` en `y/ (3 x)` .

f

Bereken het product van de breuken `(2 x) /y` en `y/ (3 x)` .

Opgave 9

Herleid tot een vorm met niet meer dan één breuk.

a

`1/ (2 x) + 3/y`

b

`(15 x y) / (3 x) - (12 y^2) / (4 y)`

c

`y/ (4 x) * (2 x^2) / (3 y)`

Opgave 10

Herleid eerst en bereken vervolgens als `a = 4` en `b = text(-)3` .

a

`(6 a) / (a b) · (5 b) / (3 a)`

b

`4/ (3 b) - 1/b`

c

`1/a + 2/b`

d

`(2 a) / (a b) / 6/b`

Opgave 11

Herleid de formules tot een vorm waarin `y` is uitgedrukt in `x` .

a

`y * 3 x = 6`

b

`3 y + x = 6`

c

`(3 y) / (2 x^2) = 1/x`

d

`1/y - 1/x = 2`

Opgave 12

Van een rechthoek is de oppervlakte `30` cm2 en de omtrek `23` cm.
Hoe lang zijn de zijden van deze rechthoek?

Stel bij dit probleem formules op en bereken het antwoord met behulp van tabellen.

verder | terug