Herleid de uitdrukkingen eerst tot één breuk. Bereken dan voor `p = 3` en `q = text(-)6` .
`2/p - 3/ (2 q)`
`2/p * 3/ (2 q)`
`2/p / 3/ (2 q)`
Herleid de formules tot een vorm waarin `y` is uitgedrukt in `x` en vereenvoudig de uitdrukking die je krijgt zoveel mogelijk. Neem aan dat `x ≠ 0` en `y ≠ 0` . Bereken vervolgens de waarde van `y` als `x = 5` .
`3/x = y/4 + 1`
`3/x = x y + 1`
`2/y = 1/x + 1/ (2 x)`
Een rechthoekig weiland met een oppervlakte van `6912` m2 is `24` meter langer dan dat het breed is.
Hoe breed is dit weiland? Gebruik formules om je antwoord te vinden.