Rekenen en algebra > Breuken
12345Breuken

Voorbeeld 1

Gegeven zijn de twee breuken `2/p` en `3/ (2 q)` (met `p ≠ 0` en `q ≠ 0` ). Tel beide breuken op, vermenigvuldig ze en deel de eerste door de tweede.

> antwoord
  • Optellen: `2/p + 3/ (2 q) = (2 * 2 q) / (p * 2 q) + (3 * p) / (2 q * p) = (4 q) / (2 p q) + (3 p) / (2 p q) = (4 q + 3 p) / (2 p q)`

  • Vermenigvuldigen: `2/p * 3/ (2 q) = (2 * 3) / (p * 2 q) = 6/ (2 p q) = 3/ (p q)`

  • Delen: `2/p / 3/ (2 q) = (4 q) / (2 p q) / (3 p) / (2 p q) = (4 q) / (3 p)`

Opgave 4

Gegeven zijn de twee breuken `5/ (3 a)` en `4/b` met `a ≠ 0` en `b ≠ 0` .

a

Bereken de som van beide breuken.

b

Bereken het product van beide breuken.

c

Deel `5/ (3 a)` door `4/b` .

Gegeven zijn de twee breuken `3/4 a` en `1/ (2 a)` met `a ≠ 0` .

d

Bereken de som van beide breuken.

e

Bereken het product van beide breuken.

f

Deel `3/4 a` door `1/ (2 a)` .

Opgave 5

Bekijk vooraf of je breuken kunt vereenvoudigen door teller en noemer door hetzelfde te delen. Misschien hoef je niet eens met breuken te rekenen. Zo is `(12 a^2 b) / (3 a b) = 4 a` . Herleid de volgende uitdrukkingen (neem aan dat alle variabelen ongelijk aan `0` zijn).

a

`(2 x) / (4 x y) + 6/ (3 y)`

b

`(text(-)3 b) / (a b) / (2 a) /(a^2)`

c

`(2 x y) /x - (15 x) /3`

d

`(4 x y) / (2 x) * (6 x) /3`

verder | terug