hoeveelheid | voorvoegsel | symbool |
duizend `= 1000` | kilo | k |
honderd `= 100` | hecto | h |
tien `= 10` | deca | da |
eenheid `= 1` | ||
tiende `= 0,1` | deci | d |
honderdste `= 0,01` | centi | c |
duizendste `= 0,001` | milli | m |
Enkele bekende standaardmaten zijn:
de meter voor lengte;
de gram voor massa;
de seconde voor tijd;
de liter voor volume.
Voor veelvouden van een standaardmaat, of delen van een standaardmaat, worden voorvoegsels
gebruikt, zie tabel. Maar er bestaan meer voorvoegsels, bijvoorbeeld
"Mega-"
(M) voor miljoen,
"Giga-"
(G) voor miljard,
"Tera-"
(T) voor biljoen. En ook
"micro-"
(µ) voor miljoenste,
"nano-"
voor miljardste, enzovoort.
En er zijn meer standaardmaten.
Getallen met veel nullen schrijf je vaak in de wetenschappelijke notatie. Je schrijft een groot getal dan in de vorm `a * 10^n` en een klein getal in de vorm `a * 10^ (text(-) n)` , waarbij `1 ≤ a < 10` en `n` een positief, geheel getal is.
`4200000 = 4,2 * 10^6`
`0,00042 = 4,2 * 10^(text(-)4)`
Bij het rekenen met machten (ook die van `10` ) moeten bij vermenigvuldigen de exponenten worden opgeteld en bij delen de exponenten van elkaar worden afgetrokken.