Rekenen en algebra > Totaalbeeld
12345Totaalbeeld

Antwoorden van de opgaven

Opgave 1
a

`1`

b

`3`

c

`4`

d

`6`

Opgave 2
a

`3p^2 + 3p`

b

`text(-)9 - 2x^3`

c

`2p + 2`

d

`text(-)18a^3b^2`

Opgave 3
a

` (5 a + 4 b) / (a b)`

b

`1/4`

c

` (2 k + 45) / (3 k^2)`

d

` (text(-)5 p) /6`

Opgave 4
a

`y = 1/2 x - 3`

b

`y = 13/ (2 x)`

c

`y = 1/24 x`

d

`y = (2 x) / (x - 3)`

Opgave 5
a

`~~ 22,2` m/s

b

`115,2` km/h

c

`0,320` L

d

`0,03` kg/L

Opgave 6
a

`text(-)1`

b

`3328`

c

`text(-)128`

Opgave 7
a

Kramer reed ongeveer `48,5` km/h en Blokhuijsen ongeveer `47,9` km/h.

b

`65,9` m

Opgave 8

Met een snelheid van `1674` km/h.

Opgave 9
a

`794` stenen. Ik zou `800` stenen bestellen.

b

Ongeveer `7,5` kuub zand.

c

`600` liter.

Opgave 10Harmonisch gemiddelde
Harmonisch gemiddelde
a

Ongeveer `929` km/uur.

b

Gelijke lengte: doe hetzelfde als bij a. Ga na dat je `~~ 109` km/uur vindt.

Gelijke tijdsduur: gebruik een `t` voor de tijdsduur van de heenreis en druk de afgelegde afstand daarin uit. Bereken dan de gemiddelde snelheid.

Opgave 11Zuinig rijden
Zuinig rijden
a

Met `35,0` liter rijd je in de vierde versnelling `35 * 19,63 ≈ 687` km. Met `35,0` liter rijd je in de vijfde versnelling `35 * 21,68 ≈ 759` km. Met `35,0`  liter rijd je dus in de vijfde versnelling `72` km meer.

b

Bij `60` km/h is het verbruik `300 / (25,35) ≈ 11,8` liter. Bij `80`  km/h is het verbruik `300 / (21,68) ≈ 13,8` liter. Je verbruikt `2` liter benzine meer.

(bron: examen havo wiskunde A in 2011, eerste tijdvak, gedeelte)

Opgave 12Nieuwe tijden
Nieuwe tijden
a

`1` etmaal duurt `60 * 60 * 24 = 86400` seconden. `1` beat duurt `86400 / 1000 = 86,4` seconden.

b

`470 * 86,4 = 40608` seconden na middernacht en dit komt overeen met `40608/ (60 * 60) ≈ 11,28` uur. `11,28` uur is gelijk aan 11:16 of 11:17 uur.

c

@352 komt overeen met `352 * (86,4)/ (60 * 60)` uur `≈ 8,448` uur. Op het horloge is het `3` uur vroeger dan in GMT+1. Het antwoord is tijdzone GMT−2.

d

`1` uur komt overeen met `1000 / 24 ≈ 41,6667` beats, dus `a ≈ 41,6667` . `1` minuut komt overeen met `1000 / ( 24 * 60 ) ≈ 0,6944` beats, dus `b ≈ 0,6944` . `1` seconde komt overeen met `1000 / ( 24 * 60 * 60 ) ≈ 0,0116` beats, dus `c ≈ 0,0116` .

(bron: examen havo wiskunde A in 2002, eerste tijdvak)

verder | terug