Tabellen en grafieken > Tabellen
123456Tabellen

Antwoorden van de opgaven

Opgave V1
a

Deze tabel toont de bevolkingsontwikkeling in Nederland van 1990 t/m 2017.

b

Vanaf index `100` wordt berekend wat de verschillen zijn. Is de index nu `90` dan zijn de prijzen met `10` % gedaald; is de index nu `105` dan zijn de prijzen `5` % gestegen.

c

Bij bevolking 'naar leeftijd' kun je de verschillende leeftijdscategoriëen met elkaar vergelijken. Let op, dit zijn absolute waarden.

Bij 'demografische druk' in procenten kun je de verhouding tussen jong en oud bekijken. De grijze druk laat de verhouding tussen het aantal personen van 65 jaar of ouder en het aantal personen van 20 tot 65 jaar zien.

Opgave V2
a

Bonus/malusregeling is een regeling waarin de korting bepaald wordt, aan de hand van een tabel. Hoe meer schadevrije jaren, hoe groter de korting. Met bonus/malustrede 6 krijg je `50` % korting.

b

Trede 1 en trede 2. Twee schadevrije jaren.

c

De kolom "korting" .

d

Kolom 1, 2 en 4 t/m 7.

Opgave 1
a

`8986 *1000` ton, dus `8986000` ton `=8986000000`  kilogram.

b

In 2000: `8986000` ton. In 2001: `8990000` ton. Een toename van `8990000 - 8986000 = 4000` ton. Dit is `4000000` kilogram.

c

In 2000: `1457000` ton. In 2006: `1296000` ton. Een afname van `1457000 - 1296000 = 161000` ton. Dit is `161000000` kilogram.

Opgave 2
a

`4/18*100~~22,2` %.

b

`4/6*100 ~~ 66,7` %.

Opgave 3
a

Het aantal mannen per `100` vrouwen, dus in 2009 waren er op elke `100` vrouwen `97,6` mannen.

b

In 2009 telde A in totaal `62541` inwoners. Omdat `62541/(197,6)≈316,5` waren er `316,5*100=31650`  vrouwen en `316,5*97,6≈30890` mannen.

c

In 2009 woonden er in A `525` inwoners per km2. De oppervlakte van A was toen `62541/525≈119,13` km2.

d

De oppervlakte van A in 2010: `63202/532≈118,80`  km2.

Dit komt redelijk overeen met het antwoord in vraag c. Het verschil is te verklaren doordat de bevolkingsdichtheid is afgerond op gehele getallen.

e

De bevolkingsdichtheden zijn afgerond. Je kunt dus geen exacte uitspraken doen over de precieze bevolkingsomvang in 2015.

f

Maximaal `11262` inwoners erbij, dus maximaal `11262/(41,895)≈268,8` inwoners per km2.

Opgave 4
a

Ja, beide `7` .

b

Het relatieve aantal jongens is `7/12` . Het relatieve aantal meisjes is `7/18` . Dit is ongelijk.

c

`7` jongens van de `30` is `7/30*100text(%)~~23,3` %

`3` jongens van de `30` is `3/30*100text(%)=10` %

`2` jongens van de `30` is `2/30*100text(%)~~6,7` %

enzovoort.

bruin zwart blond totaal
jongens 23,3 10 6,7 40
meisjes 23,3 23,3 13,3 60
totaal 46,7 33,3 20 100
Opgave 5
a

Zie tabel.

lopend fietsend anders totaal
jongens 3 5 5 13
meisjes 4 7 6 17
totaal 7 12 11 30
b

`3`

c

`7/12` deel.

Opgave 6
a

In 2016 heb je zes schadevrije jaren. Je zit in trede 10. Je betaalt `30` % van € 1000,00 dus € 300,00.

b

`650+550+500+450+400+350+300=3200` , dus € 3200,00.

c

In 2016 één schadegeval claimen betekent een terugval naar trede 6. In 2015 betaal je dan € 500,00 in plaats van € 250,00, in 2018 betaal je dan € 450,00 in plaats van € 200,00, in 2019 betaal je dan € 400,00 in plaats van € 200,00, in 2018 betaal je dan € 350,00 in plaats van € 200,00, in 2020 betaal je dan € 300,00 in plaats van € 200,00, in 2021 betaal je dan € 250,00 in plaats van € 200,00. Pas in 2023 maakt het geen verschil meer (als je tenminste intussen geen andere schade hoeft te claimen). Totaal betaal je `250 + 250 +200 + 150 + 100 +50 = 1000,00`  euro voor deze schadeclaim.

d

In 2010 start je op trede 4. In 2014 ben je aangekomen op trede 8, maar omdat je twee schadegevallen claimt zak je dit jaar terug naar trede 3. Twee jaar later bevind je je op trede 5 wat betekent dat je `45` % korting krijgt op de basispremie van € 1000,00. Je betaalt € 550,00.

e

Het scheelt € 350,00.

Opgave 7
a

Ajax staat bovenaan met `56` punten.

b

`25` wedstrijden

c

`18*3+2*1+5*0=56`

d

`68+54+50+54+37+...+25+27=715`

e

Ajax heeft een doelsaldo van `68-23=45` ; AZ heeft een doelsaldo van `54-17=37` .

f

Voor Ajax (doelgemiddelde `68/23~~ 2,96` ) en Vitesse (doelgemiddelde `54/17~~3,17` ) zou het zeker verschil uitmaken.

Opgave 8
a

Het aantal leerlingen in het onderwijs en het aantal onderwijsinstellingen.

b

Rijen lopen horizontaal. In totaal acht rijen.

c

Ongeveer `1403` leerlingen.

d

Ongeveer `1461` leerlingen.

e

In 2005 /2006 gemiddeld `15838` studenten per universiteit. In 2012/2013 gemiddeld `17237` studenten per universiteit. Het aantal is sterk toegenomen.

f

Het aantal hbo-instellingen is van `52` naar `39` teruggelopen.

In 2005/2006 waren er gemiddeld `356842/52≈6862`  studenten per hbo-instelling.

In 2012/2013 waren er gemiddeld `421519/39≈10808`  studenten per hbo-instelling.

Opgave 9
a

Alle drie de kolommen bevatten absolute gegevens.

b

Ja, dat lijkt uit te komen. Het aantal oudervogels blijft twee, en die kunnen per dag maar een bepaalde hoeveelheid voedsel verzamelen.

c

Kennelijk doen de oudervogels bij meer jongen ook meer hun best. Bij `12` jongen halen ze maar liefst `12*0,70=8,40` gram per dag op.

d

Meer jongen in een nest betekent dat ze van elkaars warmteproductie kunnen profiteren.

e

Nee, deze gegevens geven geen verklaring.

Opgave 10
a
man vrouw totaal
kleurenblind `612` `53` `665`
niet kleurenblind `5888` `5447` `11335`
totaal `6500` `5500` `12000`
b

`612/6500` deel.

c

`53/665` deel.

d

Geen. De kolommen bevatten alleen absolute gegevens.

Opgave 11
a

Dat één neushoorn uit leeftijdsklasse `3` gemiddeld `5/4` nakomeling krijgt.

b

Nee.

c

`20` neushoorns bereiken leeftijdsklasse 5 en ze krijgen `60` nakomelingen.

d

`12` neushoorns bereiken leeftijdsklasse 5.

Opgave 12
a

`12400` mensen zijn gezond.

b

Twaalf van de `1500` mensen zijn ziek, dit komt neer op `0,8` %.
Van de `12500` mensen zijn er `100` ziek en `12400` mensen zijn gezond.

Bij `2/3` van de `12400` gezonde mensen geeft de test een juiste uitslag. Dit zijn afgerond `8267` mensen die een juiste uitslag krijgen.

Bij `75` % van de zieke mensen geeft de test een juiste uitslag. Dat is `75` mensen.

Bij elkaar opgeteld krijgen dus `8267+75=8342` mensen een juiste uitslag.

c

De uitslag van de test bij `12500` mensen:

juiste uitslag onjuiste uitslag
gezond 8267 4133
ziek 75 25
Opgave 13Wereldbevolking in Utrecht?
Wereldbevolking in Utrecht?
a

`3577032/(2808,16) ~~ 1274` , dus dit klopt.

b

`1` km2 is `1000000` m2, dus op elke km2 passen `12`  miljoen personen.

De provincie Utrecht heeft een oppervlakte van `1383,17` km2.

In deze provincie passen dus `1383,17 * 12 ~~ 16598`  miljoen, dus ongeveer `16,6`  miljard personen. Ze kunnen dus zelfs nog ademhalen ...

Opgave 14
a

De waarden van "mannen" en "vrouwen" tellen steeds op tot "totale bevolking" .

b

Waarschijnlijk slaat "totale bevolkingsgroei" op de toename ten opzichte van het voorgaande jaar. In de tabel gaat het steeds om perioden van tien jaar.

c

`7,8` per duizend.

d

`206619-140527=66092`

e

`15863950/468≈33897` km2. Nee, door inpoldering, onder water zetten, of bijvoorbeeld door uitbreiding van zeehavens verandert de oppervlakte voortdurend. Bovendien zijn de getallen onder "bevolkingsdichtheid" afgerond op gehele getallen.

f

Alle kolommen bevatten absolute en relatieve gegevens.

Opgave 15
a
Italië anders totaal
vliegtuig 317750 6037250 6355000
touringcar 38200 114600 152800
anders 659050 11291150 11950200
totaal 1015000 17443000 18458000
b

`38200/1015000` deel

c

Geen enkele kolom.

verder | terug