Tabellen en grafieken > Tabellen
123456Tabellen

Voorbeeld 2

In een kruistabel zet je twee grootheden tegen elkaar uit. Bijvoorbeeld het geslacht en de kleur haar.

In klas 4Ha is onderzocht welke kleur haar de leerlingen hebben. Het resultaat zie je in de tabel.

bruin zwart blond totaal
jongens 7 3 2 12
meisjes 7 7 4 18
totaal 14 10 6 30
  • Is het waar dat de meeste meisjes blond haar hebben?

  • Is het waar dat van leerlingen met blond haar, de meeste een meisje zijn?

  • Hoe moet je de tabel veranderen om direct te kunnen zien of het relatieve aantal blonde jongens en het relatieve aantal blonde meisjes overeenkomen?

> antwoord
  • Nee, slechts vier van de achttien meisjes hebben blond haar.

  • Ja, want van de zes blonde leerlingen zijn er vier meisjes.

  • Je moet de getallen in de tabel omrekenen naar breuken of procenten om snel te kunnen vergelijken.

Opgave 4

Bekijk Voorbeeld 2 over de kleur haar van klas 4Ha en vergelijk het aantal leerlingen met bruine haren.

a

Is het absolute aantal jongens en het absolute aantal meisjes met bruin haar gelijk?

b

Is het relatieve aantal jongens en het relatieve aantal meisjes met bruin haar gelijk?

c

Maak van de tabel in het voorbeeld met absolute gegevens een tabel met relatieve gegevens in procenten. Geef je antwoorden in één decimaal nauwkeurig.

Opgave 5
lopend fietsend anders totaal
jongens
meisjes
totaal

In een klas van dertig leerlingen in 4 havo wordt gevraagd aan te geven hoe ze naar school gaan: lopend, fietsend of anders. Van de zeventien meisjes komen er vier lopend en vullen er zes de categorie "anders" in. Van de jongens vullen er vijf "fietsend" in. In totaal zijn er zeven leerlingen die "lopend" invullen.

a

Neem de tabel over en vul de gegevens uit de tekst op de juiste plaatsen in de tabel in en maak de tabel verder af.

b

Hoeveel jongens gaan er in die klas lopend naar school?

c

Welk deel van de leerlingen die naar school fietsen, bestaat uit meisjes?

verder | terug