De figuur laat de opbrengst en de kosten in duizenden euro (k€) zien bij de verkoop van een bepaald artikel.
Beide grafieken ontstaan vanuit tabellen. Zowel de opbrengst als de kosten hangen af van het aantal verkochte exemplaren ( `xx1000` ). Ze staan daarom in één figuur. Het snijpunt van beide grafieken heeft een duidelijke betekenis: dan zijn opbrengst en kosten gelijk. De bijbehorende waarde van het aantal verkochte exemplaren kun je aflezen: ongeveer `22000` . Bij een verkoop van `22000` of meer is er daarom sprake van winst.
Je kunt hiermee ook de grafiek maken van de winst: je trekt dan opbrengst en kosten van elkaar af. De verschilgrafiek van opbrengst en kosten is de winstgrafiek. Ook aan de winstgrafiek zie je dat de winst pas positief is bij een verkoop van `22000` artikelen of meer.
In de
aantal ( `xx 1000` ) | 0 | 4 | 8 | 12 | 16 | 20 | 24 | 28 | 32 | 36 | 40 |
opbrengst (k€) | 0 | 50 | 100 | 150 | 200 | 250 | 300 | 350 | 400 | 450 | 500 |
kosten (k€) | 120 | 148 | 176 | 204 | 232 | 260 | 288 | 316 | 344 | 372 | 400 |
Laat zien hoe de tabel voor de winstgrafiek uit deze tabel kan worden afgeleid.
Kun je het snijpunt van beide grafieken met deze tabellen nauwkeuriger benaderen? Licht je antwoord toe.