Tabellen en grafieken > Combineren/vergelijken
123456Combineren/vergelijken

Testen

Opgave 12

Klaas en Frits deden mee aan een halve triathlon: `3`  km zwemmen, `75`  km fietsen en `24`  km hardlopen. De gemiddelde snelheden voor Klaas waren: zwemmen `3`  km/h; fietsen `30`  km/h; hardlopen `12`  km/h. Voor Frits waren ze: zwemmen `4`  km/h; fietsen `25`  km/h; hardlopen `16`  km/h.

a

Teken beide grafieken in één assenstelsel.

b

Wie van de twee was het eerst bij de finish? Hoeveel minuten was zijn voorsprong?

c

Hebben de snijpunten van deze grafieken betekenis?

d

Kun je de vraag wie na drie uur voor lag beantwoorden? Licht je antwoord toe.

e

Bereken de gemiddelde snelheid van Klaas over de halve triathlon.

Opgave 13

In de figuur vind je grafieken van de bevolkingsgroei, het migratiesaldo en het geboorteoverschot in een bepaalde regio in de periode 1946-1985.

a

Welk verband is er tussen deze drie grafieken?

b

Er zijn twee jaren waarin het geboorteoverschot en de bevolkingsgroei gelijk zijn. Welke jaren zijn dat?

c

Wat betekent dat voor het migratiesaldo?

d

Er is een periode waarin het geboorteoverschot vrijwel constant is. Wat betekent dat voor de grafieken van het migratiesaldo en de bevolkingsgroei?

Opgave 14

De winst `W` op een bepaald artikel hangt af van de prijs per stuk `p` en de hoeveelheid `q` die wordt verkocht. De grafieken geven het verband tussen `W` , `p` en `q` weer.

Teken een grafiek van `W` uitgezet tegen `p` .

verder | terug