Formules > Formules gebruiken
123456Formules gebruiken

Testen

Opgave 17

Bij welke van de vergelijkingen kun je een grafiek maken? Schrijf op hoe je die vergelijking als formule in de grafische rekenmachine moet invoeren.

a

`a+b=8`

b

`4 x^2-25 =135`

c

`R=50 p-2 p^2`

Opgave 18

Schrijf zonder haakjes.

a

`p(2 p+1 )`

b

`(4 +k)(5 -2 k)`

c

`(b+5) ^2`

Opgave 19

Een boer heeft een zuiver vierkant stuk land. Hij staat een strook van `3` m breed aan de zuidelijke kant van zijn land af voor de aanleg van een fietspad. Ter compensatie krijgt hij aan de oostelijke kant een strook van `3` m terug.

a

Noem de oorspronkelijke lengte van het land `x` (in meter) en de oppervlakte `A` . Hoe groot is dan de oppervlakte van het land vóór de aanleg van het fietspad? Schrijf op als een vergelijking.

b

Hoe groot is de oppervlakte van het land na de aanleg van het fietspad? Schrijf op als een vergelijking. Let op de haakjes!

c

Laat door uitwerken van de haakjes zien dat de boer spijt zal hebben van de compensatieregeling.

verder | terug