Je kunt met windmolens elektriciteit opwekken. Het vermogen dat zo'n molen levert, hangt af van de dubbele wieklengte `D` in meter en van de windsnelheid `v` in meter per seconde. Het vermogen van een zeker type windmolen met `D=10` meter wordt gegeven door de formule: `P=0,052 *v^3` .
Met de grafische rekenmachine kun je hierbij een grafiek maken. Maak een goede grafiek.
Je voert de formule in als Y1=0.052*X^3. Maar wat zijn verstandige vensterinstellingen? Kijk allereerst naar de invoerwaarden, dus die voor de windsnelheid `v` . Negatieve windsnelheden bestaan niet, dus je begint bij `v=0` . Vervolgens kun je opzoeken dat stormkracht begint bij ongeveer `20,8` m/s. Dan zal men windmolens vast niet laten draaien. Dus lijkt maximaal `v=20` m/s wel genoeg en stel je voor het venster in: `0 le x le 20` . Bekijk vervolgens de tabel: `P` blijkt van `0` tot `416` te lopen, dus `0 le y le 416` . Nu kun je het venster goed instellen.
Bekijk
Maak de grafiek van `P=0,052 v^3` met de grafische rekenmachine.
Bekijk hoe die grafiek eruitziet in de standaardinstellingen van het venster. Waarom zijn die standaardinstellingen niet geschikt in dit geval?
Met het
Maak hierbij een grafiek op de grafische rekenmachine. Gebruik de standaardinstellingen van het venster.
Is de grafiek een rechte lijn?
Verander de instellingen van het venster. Neem `text(-)5 le x le 25` . Waarom zijn deze instellingen beter?
Bepaal de snijpunten van de grafiek met de `x` -as. Bekijk in het practicum hoe dat moet.
Bepaal de top van de grafiek.