In een biologisch laboratorium is onderzoek gedaan naar de tijd die zaden nodig hebben om voor `50` % te ontkiemen. Proefondervindelijk is een verband tussen temperatuur en kiemtijd gebleken. De kiemtijd `K` is geteld in dagen en de temperatuur `T` is gemeten in °C. Dit verband wordt gegeven door: `K=80/ (T-4)` .
Boven welke temperatuur is de helft van de zaden al binnen tien dagen ontkiemd?
Welke waarden voor `T` zijn nu zinvol?
Welke asymptoten heeft de grafiek van deze functie?
Welke waarden kan `K` aannemen?
Boer Voortman zet voor zijn paard een weilandje af. Hij heeft daarvoor nog `200` m gaas. Het weiland wordt zuiver rechthoekig. Omdat het weiland tegen een brede rivier aan komt te liggen, hoeft hij alleen de twee breedtes en de lengte van gaas te voorzien.
Druk de lengte `l` van het weiland uit in de breedte `b` .
Druk de oppervlakte `A` van het weiland uit in `b` .
Breng met de grafische rekenmachine de grafiek bij de formule voor `A` in beeld.
Voor welke waarde van `b` is de oppervlakte van het weiland zo groot mogelijk?