De vergelijking `x+x^2=10` kun je oplossen met de grafische rekenmachine. Los de vergelijking met de grafische rekenmachine op.
Eerst maak je de grafieken van `y_1 =x+x^2` en `y_2 =10` op de grafische rekenmachine. Breng ze zo in beeld dat alle snijpunten zichtbaar zijn. De grafieken snijden elkaar tweemaal. De vergelijking heeft twee oplossingen.
Vervolgens heeft de grafische rekenmachine een routine om de snijpunten van twee grafieken
te berekenen. In het
Je laat de grafische rekenmachine eerst het ene snijpunt berekenen. Op dezelfde manier bepaal je vervolgens het andere snijpunt. Op twee decimalen nauwkeurig is de volledige oplossing: `x~~2,70` en/of `x~~text(-)3,70` .
Niet alle vergelijkingen kun je met de balansmethode of door terugrekenen systematisch
oplossen. In
`x^3=4 -x`
`600/a=18 + a`
Los de vergelijkingen op met de grafische rekenmachine. Geef waar nodig benaderingen in twee decimalen nauwkeurig.
`x^3+2 x=16`
`x+sqrt(x)=10`
`l+10/l=10`
`300/ (p+4) =20`