Formules > Vergelijkingen
123456Vergelijkingen

Voorbeeld 4

Als je `360` m afrastering beschikbaar hebt voor een rechthoekig veld met een oppervlakte van `0,5` ha, dan geldt: `l*b=5000` en `2 l+2 b=360` als je voor de lengte (in meter) de variabele `l` en voor de breedte (in meter) de variabele `b` kiest. Zoek nu waarden voor `l` en `b` die aan beide formules voldoen.

> antwoord

Schrijf de formules als: `l=5000/b` en `l=180 -b` .

Dan voer je ze op de grafische rekenmachine in als `y_1=5000/x` en `y_2=180-x` . Om een goede grafiek te krijgen kies je verstandige grenzen van de waarden van `x` (de breedte) en `y` (de lengte). Je ziet dat de grafieken twee snijpunten hebben. In die punten geldt de vergelijking: `5000/b=180 -b` . Je kunt de snijpunten met de grafische rekenmachine vinden. De gevonden `x` -waarden zijn de oplossingen van de vergelijkingen; de waarden van `b` die hem waar maken.

Opgave 8

Bekijk in Voorbeeld 4 hoe je vanuit twee gegeven formules één vergelijking afleidt. Die vergelijking los je vervolgens op.

a

Voer de twee formules in op de grafische rekenmachine.

b

Laat nu de grafische rekenmachine de snijpunten van beide grafieken bepalen. Rond af op twee cijfers achter de komma.

c

Welke oplossing heeft je vergelijking?

verder | terug