Als je `360` m afrastering beschikbaar hebt voor een rechthoekig veld met een oppervlakte van `0,5` ha, dan geldt: `l*b=5000` en `2 l+2 b=360` als je voor de lengte (in meter) de variabele `l` en voor de breedte (in meter) de variabele `b` kiest. Zoek nu waarden voor `l` en `b` die aan beide formules voldoen.
Schrijf de formules als: `l=5000/b` en `l=180 -b` .
Dan voer je ze op de grafische rekenmachine in als `y_1=5000/x` en `y_2=180-x` . Om een goede grafiek te krijgen kies je verstandige grenzen van de waarden van `x` (de breedte) en `y` (de lengte). Je ziet dat de grafieken twee snijpunten hebben. In die punten geldt de vergelijking: `5000/b=180 -b` . Je kunt de snijpunten met de grafische rekenmachine vinden. De gevonden `x` -waarden zijn de oplossingen van de vergelijkingen; de waarden van `b` die hem waar maken.
Bekijk in
Voer de twee formules in op de grafische rekenmachine.
Laat nu de grafische rekenmachine de snijpunten van beide grafieken bepalen. Rond af op twee cijfers achter de komma.
Welke oplossing heeft je vergelijking?