Formules > Meerdere variabelen
123456Meerdere variabelen

Theorie

Een formule zoals `K=2 a+3 b+20` beschrijft een verband tussen drie variabelen. Weet je twee van de drie variabelen, dan kun je de derde uitrekenen. Als bijvoorbeeld `a=10` en `b=5` , dan is `K=2 *10 +3 *5 +20 =55` .

Weet je één van de drie variabelen, dan blijft er een verband tussen de andere twee over. Als bijvoorbeeld `b=5` , dan is `K=2 a+3 *5 +20 =2 a+35` . Hierbij kun je een grafiek maken. Kies je voor `b` een rijtje vaste waarden, zoals `b = 0, b = 5, b = 10, b = 15, b = 20` en `b = 25` , dan kun je een grafiekenbundel maken voor `K` als functie van `a` . Bij elke `b` -waarde hoort een nieuwe grafiek, dus je krijgt zes grafieken in dit geval.

In toepassingen zoals rekenmodellen is vaak sprake van meerdere formules met meerdere variabelen. Soms kun je dan het aantal variabelen en het aantal formules terugbrengen door een paar formules met elkaar te combineren. Als bijvoorbeeld gegeven is dat `b=3a-2` , dan krijg je:
`K=2a+3(3a-2)+20=2a+9a-6+20=11a+14` .

Dus als je de twee formules combineert, krijg je `K=11a+14` . Zie ook Voorbeeld 3.

verder | terug