In de Tour de France wordt een aantal keren een tijdrit gereden. In deze grafieken vind je gegevens over een tijdrit van `65` km.
Welke renner heeft de tijdrit gewonnen?
Bereken van iedere renner de gemiddelde snelheid. Rond waar nodig af op één decimaal nauwkeurig.
Schrijf voor elke grafiek een passende formule voor het verband tussen `a` in kilometers en `t` in uren.
Waarom kunnen deze grafieken nooit het werkelijke verloop van deze tijdrit correct beschrijven?
In een inkjetprinter gaan inktpatronen. Zo'n inktpatroon kost € 42,50. Je kunt er (gemiddeld) `500` afdrukken mee maken.
Welk bedrag ben je aan inkt kwijt als je `1800` afdrukken per jaar maakt?
Met welke formule kun je de jaarlijkse kosten voor inkt berekenen?
Zijn de jaarlijkse kosten voor inkt recht evenredig met het aantal afdrukken? Zo ja, hoe groot is dan de evenredigheidsconstante?
Zijn de jaarlijkse kosten voor het werken met deze printer ook recht evenredig met het aantal afdrukken? Licht je antwoord toe.