Lineaire verbanden > Lineaire formules
123456Lineaire formules

Voorbeeld 2

Als een loodgieter een reparatie bij iemand uitvoert, vraagt hij voorrijkosten, een uurtarief en materiaalkosten. Een loodgieter vraagt € 35,00 aan voorrijkosten en het uurtarief is € 28,50. Als je niet op de materiaalkosten let, zijn de arbeidskosten `A` in euro's alleen afhankelijk van de gewerkte tijd `t` in uren. Stel een formule voor `A` op.

> antwoord

Deze loodgieter kost als je hem belt om te komen, in elk geval € 35,00. Elk gewerkt uur kost nog eens € 28,50, dus `t` uur werken kost `t*28,50` euro.

De formule is dus: `A=28,50 *t+35` .

Opgave 4

Voor een rit met een taxi betaal je € 3,50 voorrijkosten en nog eens € 1,20 per gereden kilometer. Hierbij past een lineair verband tussen de ritprijs `R` en het aantal gereden kilometers `a` . In Voorbeeld 2 zie je hoe je in zo'n situatie een formule voor dit lineaire verband opstelt.

a

Stel een formule op die het verband tussen `R` en `a` beschrijft.

b

Welk getal is de richtingscoëfficiënt van `R` ?

c

Waarom heeft het nulpunt van `R` hier geen betekenis?

d

Hoeveel betaal je voor een rit van 16 km?

e

Hoeveel kilometer heb je gereden als je € 31,10 moet betalen?

f

Betaal je voor een twee keer zo lange rit ook twee keer zo veel?

verder | terug