Situaties kunnen soms wiskundig worden beschreven met ongelijkheden zoals: `k+v le 500` of `5k+3v ge 10000` .
Om met deze ongelijkheden te kunnen rekenen, maak je er eerst een vergelijking van: `5k+3v = 10000`
Zo'n vergelijking heeft met de variabelen `x` en `y` de algemene vorm: `px+qy=r` , waarin `p` , `q` en `r` getallen zijn. Omdat je `px+qy=r` kunt schrijven als `y=ax+b` , is `px+qy=r` een lineair verband tussen de variabelen `x` en `y` .
De bij dit lineaire verband horende lineaire ongelijkheid heeft de vorm:
`px+qy ≤ r` of `px+qy ≥ r`
De punten `(x, y)` die aan zo'n ongelijkheid voldoen, vormen een vlakdeel met als grenslijn de lijn `px+qy = r` . De `x` -as en de `y` -as zijn ook vaak grenslijnen van zo'n vlakdeel.
Een vlakdeel tekenen van een ongelijkheid:
Teken de grenslijn.
Kies een punt dat niet op de grenslijn ligt en controleer of het aan de ongelijkheid
voldoet.
Met bijvoorbeeld het punt
`(0, 0)`
reken je makkelijk.
Kleur het vlakdeel waarvoor de ongelijkheid geldt.
Soms moet je meerdere grenslijnen tekenen om een vlakdeel in te sluiten.
Opmerking 1:
Ongelijkheden kunnen ook de vorm
`px+qy > r`
of
`px+qy < r`
hebben. De grenslijn hoort dan niet bij het vlakdeel. Die situatie komt niet of nauwelijks
voor.
Opmerking 2:
Er zijn grafische rekenmachines die een grafiek in de vorm
`px+qy=r`
of een bijbehorende ongelijkheid kunnen tekenen.