Exponentiële verbanden > Exponentiële groei
123456Exponentiële groei

Toepassen

Opgave 14Sparen voor een scooter
Sparen voor een scooter

Bij de geboorte van Marijn heeft zijn vader bedacht dat hij op `16` jarige leeftijd wel een (elektrische) scooter zou willen rijden. Hij heeft een bedrag op een spaarrekening gezet dat elk jaar `4` % rente geeft. Na `16` jaar is het bedrag € 2750,00 geworden.

a

Wat is de groeifactor in `16` jaar?

b

Hoeveel heeft de vader van Marijn gestort?

Opgave 15Internetsparen
Internetsparen

Er zijn nogal wat verschillende internetspaarrekeningen. In deze opgave worden er twee vergeleken: een gewone spaarrekening en één met opnamekosten. Deze laatste geeft wel een iets hogere rente, maar als je het spaarsaldo opneemt, betaal je een percentage van het opgenomen bedrag aan opnamekosten. Als je bijvoorbeeld € 2500,00 van je rekening haalt en de bank rekent `1` % opnamekosten, dan moet je € 25,00 aan opnamekosten betalen. Je krijgt dus maar € 2475,00 uitbetaald.

Je stort € 10000,00 op een gewone internetspaarrekening met een rentepercentage op jaarbasis van `1,85` . Je stort ook € 10000,00 op een internetspaarrekening die `1` % opnamekosten rekent, maar wel `2,65` % rente op jaarbasis geeft. Na zes jaar neem je van beide rekeningen het totale spaarsaldo op.

a

Bereken bij elk van beide internetspaarrekeningen het bedrag dat je uiteindelijk in handen krijgt.

b

Stel voor beide internetspaarrekeningen een bijbehorende formule op voor het totale bedrag `B` dat je na `t` jaar kunt opnemen.

c

Bereken in maanden nauwkeurig op welke termijn de internetspaarrekening zonder opnamekosten het aantrekkelijkst is.

verder | terug