Exponentiële verbanden > Rekenen met machten
123456Rekenen met machten

Voorbeeld 3

Bereken.

`(4^100*8^200)/(16^199)`

> antwoord

Reken zonder grafische rekenmachine.

Reken met de rekenregels en met machten van `2` .

Ga maar na: `4 = 2^4` , `8 = 2^3` en `16 = 2^4` .

`((2^2)^100 * (2^3)^200)/((2^4)^199) = (2^200 * 2^600)/(2^796) = (2^800)/(2^796) = 2^4 = 16`

Opgave 6

Bekijk Voorbeeld 3. Gebruik de rekenregels voor machten om de uitdrukkingen als één macht te schrijven.

a

`(4^107*2^80) /(8^96)`

b

`(1/3) ^83* (3^40) ^2`

c

`(4^6 * 64^4)/(16^2)`

verder | terug