Exponentiële verbanden > Reële exponenten
123456Reële exponenten

Verwerken

Opgave 8

Bereken de gevraagde percentages in één decimaal nauwkeurig.

a

Een hoeveelheid groeit met `36` % per jaar. Bereken het groeipercentage per maand.

b

Een hoeveelheid neemt met `14` % per week af. Bereken het percentage dat de hoeveelheid per dag afneemt.

Opgave 9

Bereken de gevraagde percentages in één decimaal nauwkeurig.

a

Een hoeveelheid is in twee jaar verviervoudigd. Bereken het groeipercentage per maand.

b

Van een hoeveelheid is na drie weken nog maar een derde deel over.
Bereken het percentage waarmee de hoeveelheid per dag afneemt.

Opgave 10

Om 9:00 uur waren er `500` bacteriën. Dit aantal groeit exponentieel. Je ziet een tabel met het aantal bacteriën op bepaalde tijdstippen.

tijd `text(9:00)` `text(12:00)` `text(15:00)` `text(18:00)`
bacteriën `500` `1500` `4500` `13500`
a

Bereken in drie decimalen nauwkeurig de groeifactor per uur.

b

Stel de formule op van de hoeveelheid bacteriën `N` na `t` uur met `t=0` om 9:00 uur.

c

Hoeveel bacteriën waren er om 6:00 uur?

d

Hoe laat waren er `250` bacteriën? Gebruik de formule die je bij b hebt gevonden.

Opgave 11

Het aantal inwoners van een stad wordt gegeven door de formule `A = 25000 * 1,1^t` , waarbij `A` het aantal inwoners op tijdstip `t` (jaar) is, met `t = 0` op 1 januari 2015.

a

Hoeveel inwoners heeft de stad op 1 januari 2025?

b

Hoeveel inwoners heeft de stad op 1 augustus 2025?

c

Hoe groot is de groeifactor per jaar?

d

Wat is het groeipercentage per maand?

e

Bereken het aantal inwoners op 1 januari in de jaren 2010 en 2005.

Opgave 12

Op 1 januari 2012 had iemand een kapitaal van € 7969,24 op zijn spaarrekening staan. Het kapitaal heeft jaren vastgestaan tegen een rente van `6` %. De rente werd elk jaar bijgeschreven.

a

Bereken de grootte van het kapitaal op 1 januari 2011, 1 januari 2010 en 1 januari 2009.

b

In welk jaar had het kapitaal een grootte van € 5618,00?

c

De spaarder heeft waarschijnlijk een bedrag in duizenden ingelegd toen hij begon met sparen. Wanneer is de spaarder begonnen met sparen en met welk bedrag?

Opgave 13

Een kolonie bacteriën groeit exponentieel. In drie uur tijd is het aantal gegroeid van `1200` (om 10:00 uur) naar `3000` .

a

Hoe groot is de groeifactor per drie uur?

b

Bereken het groeipercentage per uur.

c

Welke formule kun je opstellen voor de groei van deze kolonie als `H` de hoeveelheid bacteriën en `t` de tijd in uren voorstelt? Neem `t=0` op het moment dat er `1200` bacteriën zijn.
Rond de groeifactor af op drie decimalen.

d

Op welk moment waren er nog `600` bacteriën? Geef je antwoord in minuten nauwkeurig.

verder | terug