Exponentiële verbanden > Exponentiële functies
123456Exponentiële functies

Verwerken

Opgave 7

In 2000 heeft iemand € 10000,00 op een spaarrekening gezet. De rente was toen `5` % per jaar en werd bijgeschreven op de spaarrekening.

a

Stel een bijpassende formule op voor het saldo `S` met `t` in jaren na het moment waarop het startbedrag op de spaarrekening is geplaatst. Schrijf op bij welke vensterinstellingen de grafiek goed in beeld komt.

b

Hoelang duurt het voor het spaartegoed is gegroeid tot € 15000,00?

c

Hoelang duurt het voor het spaartegoed zich verdubbeld heeft?

Opgave 8

Een saldo van € 4000,00 kan ontstaan zijn doordat ooit iemand € 1,00 op een spaarrekening zette tegen `5` % rente.

a

Wanneer moet die € 1,00 dan op de spaarrekening gezet zijn? Geef je antwoord in één jaar nauwkeurig.

b

Kun je dit antwoord ook vinden door een geschikte grafiek van `S=4000 *1,05^t` te tekenen?

c

Stel je voor dat je de grafiek van `S` steeds verder naar links door trekt. Zal de grafiek ooit de horizontale as snijden? Licht je antwoord toe. Wat betekent dit voor de grafiek van `S` ?

Opgave 9

De smartphone is niet meer weg te denken. Eind 2001 waren er in Nederland ongeveer `12` miljoen aansluitingen op het mobiele netwerk. Eind 2009 waren het er al `20` miljoen. In deze periode was er sprake van exponentiële groei.
Bereken met welk percentage het aantal mobiele aansluitingen jaarlijks toenam.

Opgave 10

Een huurder betaalt een huur van € 650,00 en vindt de jaarlijkse huurverhoging van `5,5` % te veel. Hij herinnert zich nog dat exponentiële groei veel harder gaat dan lineaire groei. Hij stelt zijn verhuurder daarom voor om de huur elk jaar met € 50,00 te verhogen.

Na hoeveel jaar gaat dit de huurder voordeel opleveren?

Opgave 11

Bekijk deze grafieken van twee exponentiële functies.

Geef van beide functies het functievoorschrift.

verder | terug