Het subsidiebedrag
`B`
(euro) dat een sportclub jaarlijks ontvangt, hangt af van het aantal senioren
`s`
en het aantal junioren
`j`
. Er geldt:
`B=1000 +10 j+5 s`
Je kunt een grafiekenbundel bij deze formule maken.
Al jarenlang ontvangt men een subsidie tussen de € 1500,00 en de € 1800,00. In de
grafiekenbundel kun je het bijbehorende gebied aanduiden.
Kleur het gebied waarvoor geldt:
`B`
ligt tussen de
`1500`
en
`1800`
.
`B=1500`
staat al in de grafiekenbundel.
`B=1800`
levert de formule:
`1800` | `=` | `1000+10j+5s` | |
`10j+5s` | `=` | `800` | |
`2j+s` | `=` | `160` | |
`s` | `=` | `160-2j` |
Teken de lijn die voldoet aan de formule in de grafiekenbundel erbij en kleur het gebied tussen `B=1500` en `B=1800` .
Gebruik de gegevens uit
Wat is de betekenis van het gekleurde gebied in de grafiekenbundel?
Het aantal senioren blijft al jaren constant, met tachtig personen. Geef deze situatie in de figuur aan door een lijn te trekken.
Geef de snijpunten van de lijn uit b met de grafieken die horen bij `B=1500` en `B=1800` . Wat is de betekenis van deze snijpunten?
Stel dat het subsidiebedrag al jaren tussen € 2000,00 en € 2500,00 schommelt, welk gebied hoort daar dan bij?
Stel dat het subsidiebedrag al jaren tussen € 2000,00 en € 2500,00 schommelt, en dat het aantal senioren al jaren constant rond de `80` zit. Tussen welke aantallen heeft het aantal junioren dan gevarieerd? Hoe is dat af te lezen uit de grafiekenbundel?
Het subsidiebedrag `B` dat een sportclub jaarlijks ontvangt, hangt af van het aantal senioren `s` en het aantal junioren `j` . Er geldt: `B=800 +20 j+10 s` .
Maak de bijbehorende grafiekenbundel met `B=1000` , `B=1500` , `B=2000` en `B=2500` .
Al jarenlang ontvangt men een subsidie tussen de € 2500,00 en de € 2800,00. Geef in de grafiek het bijbehorende gebied aan.
Het aantal senioren blijft ook al jaren constant, ongeveer tachtig personen. Tussen welke aantallen heeft het aantal junioren dan gevarieerd? Geef dit in de figuur aan.