Allerlei verbanden > Gebieden en ongelijkheden
12345Gebieden en ongelijkheden

Voorbeeld 1

Teken het gebied bij de lineaire ongelijkheid `4x + 5y le 40` in een `xy` -assenstelsel.

> antwoord

Om een lineaire ongelijkheid te tekenen schrijf je de bijbehorende vergelijking in de vorm van `y=...`
Daarna teken je de grafiek van de vergelijking. Bepaal door middel van twee controlepunten aan welke kant van de lijn het juiste gebied zit. Kleur of arceer het gebied dat voldoet aan de ongelijkheid. In het Practicum zie je hoe dit met een grafische rekenmachine kan.

LET OP: Bij ` < ` en `>` doet de grenslijn niet mee met het gebied, de grenslijn is dan een stippellijn. Bij `≤` en `≥` doet de grenslijn wel mee met het gebied, de grenslijn is dan een doorgetrokken lijn.

De bijbehorende vergelijking is: `y_1=8-4/5x` .
Voer de vergelijking in op de grafische rekenmachine.
Venster bijvoorbeeld: `text(-)4 le x le 12` en `text(-)4 le y le 12` .

Om het gebied te bepalen kies je aan beide kanten van de lijn een controlepunt.
Bijvoorbeeld: `(6, 6)` en `(4, 2)` .
Onderzoek welk van de controlepunten aan de ongelijkheid voldoet.

`4,6+5,6 = 40` : klopt niet.
`4,4+5,2 = 40` : klopt.

Het juiste gebied bevindt zich dus op en onder de grenslijn `y=8-4/5x` .

Opgave 5

Bekijk Voorbeeld 1 over het tekenen van de lineaire ongelijkheid `4x + 5y le 40` .

a

Welk gebied hoort bij de ongelijkheid `4x + 5y≥40` ?

b

Welk gebied hoort bij de ongelijkheid `4x + 5y < 40` ?

Opgave 6

Teken de lineaire ongelijkheid `3x + 6y > 22` in een assenstelsel.

verder | terug