Teken het gebied bij de lineaire ongelijkheid `4x + 5y le 40` in een `xy` -assenstelsel.
Om een lineaire ongelijkheid te tekenen schrijf je de bijbehorende vergelijking in
de vorm van
`y=...`
Daarna teken je de grafiek van de vergelijking. Bepaal door middel van twee controlepunten
aan welke kant van de lijn het juiste gebied zit. Kleur of arceer het gebied dat voldoet
aan de ongelijkheid. In het
LET OP: Bij ` < ` en `>` doet de grenslijn niet mee met het gebied, de grenslijn is dan een stippellijn. Bij `≤` en `≥` doet de grenslijn wel mee met het gebied, de grenslijn is dan een doorgetrokken lijn.
De bijbehorende vergelijking is:
`y_1=8-4/5x`
.
Voer de vergelijking in op de grafische rekenmachine.
Venster bijvoorbeeld:
`text(-)4 le x le 12`
en
`text(-)4 le y le 12`
.
Om het gebied te bepalen kies je aan beide kanten van de lijn een controlepunt.
Bijvoorbeeld:
`(6, 6)`
en
`(4, 2)`
.
Onderzoek welk van de controlepunten aan de ongelijkheid voldoet.
`4,6+5,6 = 40`
: klopt niet.
`4,4+5,2 = 40`
: klopt.
Het juiste gebied bevindt zich dus op en onder de grenslijn `y=8-4/5x` .
Bekijk
Welk gebied hoort bij de ongelijkheid `4x + 5y≥40` ?
Welk gebied hoort bij de ongelijkheid `4x + 5y < 40` ?
Teken de lineaire ongelijkheid `3x + 6y > 22` in een assenstelsel.