Beschrijf de veranderingen van deze grafiek.
Geef ook de maxima en minima van de grafiek.
Beschrijf de veranderingen van deze grafiek van links naar rechts als volgt:
De grafiek is afnemend stijgend op het interval `⟨ 0, 2 ⟩` .
De grafiek is toenemend dalend op het interval `⟨ 2, 3 ⟩` .
De grafiek is afnemend dalend op het interval `⟨ 3, 4 ⟩` .
De grafiek is toenemend stijgend op het interval `⟨ 4, 6 ⟩` .
Verder heeft de grafiek
een maximum van `2` voor `x = 2` .
een minimum van `0,6` voor `x = 4` .
Dat er een minimum is bij `x=4` , wil niet zeggen dat `y` niet lager kan zijn. Het minimum is een lokaal (plaatselijk) minimum, net als het maximum.
Bekijk de grafiek.
Geef het minimum van de grafiek.
Op welk interval is er sprake van toenemende daling?
`⟨ text(-)0,5 ; 0,75 ⟩`
`⟨ 0,75 ; 2 ⟩`
Op welk interval is er sprake van toenemende stijging?
Op welke intervallen is de grafiek stijgend?