Veranderingen > In grafieken
1234In grafieken

Uitleg

Deze grafiek geeft de gemiddelde temperatuur `T` (°C) weer, afhankelijk van de tijd `t` (h).

De temperatuur stijgt van `t = 4` tot aan `t = 15,5` . Als `t` toeneemt van `4` tot `15,5` , wordt `T` groter. De grafiek is stijgend op het interval `⟨ 4; 15,5 ⟩` . Dit betekent: alle getallen tussen `4` en `15,5` , maar `4` en `15,5` zelf niet.

De temperatuur daalt van `t = 15,5` tot aan `t = 24` . Als `t` toeneemt van `15,5` tot `24` , wordt `T` kleiner. De grafiek is dalend op het interval `⟨ 15,5; 24 ⟩` .De temperatuur is nergens constant.

Op het interval `⟨ 4; 15,5 ⟩` blijkt dat de stijging op het interval `⟨ 4, 8 ⟩` steeds groter wordt. De grafiek wordt steiler. Er is op dat interval sprake van toenemende stijging.

Op het interval `⟨ 8, 14 ⟩` is er een constante stijging. De grafiek blijft daar voortdurend even steil.

Op het interval `⟨ 14; 15,5 ⟩` is de stijging steeds minder. Er is op dat interval sprake van afnemende stijging.

Op het interval `⟨ 0, 4 ⟩` is er een afnemende daling.
Op het interval `⟨ 17, 24 ⟩` is er een vrijwel constante daling.

De hoogste temperatuur is `21`  °C. Dit is het maximum van `T` en het wordt bereikt op `t = 15,5` .
De laagste temperatuur is `7`  °C. Dit is het minimum van `T` en het wordt bereikt op `t = 4` .

Opgave 1

Bekijk de grafiek van de gemiddelde temperatuur in Uitleg 1.

a

Als de grafiek stijgend is, neemt `T` dan toe of juist af?

b

Als de grafiek toenemend stijgend is, wat gebeurt er dan met `T` ?

c

Wat betekent een afnemende daling? Wat betekent dit voor de temperatuur  `T` ?

d

Hoeveel graden stijgt de temperatuur op het interval `langle 4, 8 rangle` ?

Opgave 2

Bekijk de grafieken. Zet bij elke grafiek van welke soort stijging of daling er sprake is. Kies uit:
afnemende stijging - constante stijging - toenemende stijging - afnemende daling - constante daling - toenemende daling

A

B

C

D

E

F

verder | terug