Je hebt veranderingen in grafieken leren beschrijven in woorden en met toenamediagrammen. Bij toenamediagrammen moet je met een vaste stapgrootte werken. Maar als je wilt nagaan of een wielrenner de eerste `10` minuten gemiddeld net zoveel heeft afgelegd als de volgende `15` minuten, heb je met ongelijke intervallen te doen. In dat geval werk je met gemiddelde veranderingen.
Je leert in dit onderwerp:
berekenen van de gemiddelde verandering of het differentiequotiënt;
aangeven van de gemiddelde verandering in een grafiek;
werken met toepassingen van de gemiddelde verandering.
Voorkennis:
werken met functievoorschriften en berekenen van functiewaarden;
herkennen van toenemende, of afnemende, of constante stijging en daling,
herkennen van extremen;
werken met toenamediagrammen.