Bekijk de grafiek.
Bereken de helling van de lijn `A B` .
Bereken de helling van de lijn `C F` .
Bij twee lijnen tussen de getekende punten hoort een differentiequotiënt van `0` . Welke twee lijnen zijn dat?
Punt `F` heeft een kleinere `y` -waarde dan punt `C` . Hoe kun je dat aan het differentiequotiënt op het interval `[ 1 , 4 ]` zien?
Bekijk de grafiek, getekend met GeoGebra. Bereken het differentiequotiënt op het interval `[ 1 , 3 ]` .
Gegeven de functie `y = x^3 - 3 x^2 + 6` .
Bereken het differentiequotiënt op het interval `[ 0 , 2 ]` .
Bereken het differentiequotiënt op het interval `[ text(-)1 , 2 ]` .
Wat valt je bij b op? Kun je dat verklaren?
Op een ochtend heeft een school veel griepmeldingen gekregen. Het aantal griepmeldingen tussen 8:00 en 10:00 uur is weergegeven in de tabel.
tijd (h) | 8:00 | 8:30 | 9:10 | 10:00 |
aantal ziekmeldingen | 10 | 25 | 42 | 49 |
Tussen welke tijdstippen kwamen er gemiddeld per minuut de meeste griepmeldingen?
Sarah was de 28ste leerling die zich heeft ziekgemeld. Dat deed ze om 8:42 uur. Hoeveel ziekmeldingen waren er gemiddeld per minuut tussen 8:42 en 9:10 uur?
Gegeven is de formule: `y=3*sqrt(2x+4)-5` .
Bereken het differentiequotiënt op het interval `[text(-)2, 6]` .
Bereken het differentiequotiënt op het interval `[4, 10]` . Rond je antwoord af op twee decimalen.
Maak met de grafische rekenmachine een tabel met stapgrootte `1` van de formule en zoek een interval met beginpunt `text(-)2` waarop de gemiddelde verandering gelijk is aan `3` .