Toenemende daling.
`(Δ y) / (Δ x)=text(-)11`
Dit betekent dat de helling op het interval
`[0, 1 ]`
gelijk is aan
`text(-)11`
.
Dalend.
Het migratiesaldo is positief. Dat betekent dat er netto `3500` mensen zijn bijgekomen.
Hetzelfde geldt voor het geboorteoverschot, waar `2100` meer baby's zijn geboren dan dat er mensen overleden zijn.
In het jaar 2015 is het aantal inwoners met: `3500+2100=5600` mensen toegenomen.
Je vindt negatieve waarden voor het migratiesaldo in 2018 en 2019. Maar door het geboorteoverschot komen er in 2018 toch nog netto `1200` mensen bij. Pas in 2019 is er een netto afname. In 2019 is het aantal inwoners afgenomen.
jaartal | migratiesaldo | geboorteoverschot | toename totaal | aantal inwoners |
2015 | `3500` | `2100` | `5600` | `72600` |
2016 | `3700` | `2800` | `6500` | `78200` |
2017 | `1800` | `2300` | `4100` | `84700` |
2018 | `text(-)700` | `1900` | `1200` | `88800` |
2019 | `text(-)1200` | `text(-)400` | `text(-)1600` | `90000` |
2020 | `88400` |
Begin 2015 is het aantal inwoners
`72600`
. Aan het begin van 2020 is dat
`88400`
, hetzelfde als aan het eind van 2019. De gemiddelde bevolkingstoename per jaar is
nu:
`(88400-72600)/(2015-2010)=15800/5=3160`
inwoners per jaar.
`t=10` invullen:
`h(10)=60*10-5*(10)^2=600-500=100`
Op `100` meter hoogte ontploft de pijl.
Gebruik de GR om een toenametabel te maken en teken daarbij een toenamediagram.
Voer in: `y_1=60x−5x^2` en `y_2=y_1(x)−y_1(x−1)` .
Tabel met stapgrootte `1` .
`(Δh)/(Δt)=(180-0)/(6-0)=180/6=30`
De gemiddelde snelheid van de vuurpijl over de eerste `6` seconden is `30` m/s.
Op `[4, 12 ]` is `(ΔT_A) / (Δt) = (21 -1) / (12 -4) =20/8=2,5` °C per uur.
Nee, de grafiek is tussen 4:00 en 10:00 uur stijgend, maar bijvoorbeeld van 11:00 tot 12:00 uur dalend.
`(ΔT_A) / (Δt) = text(-)2,125` °C per uur.
`(ΔT_L) / (Δt) =text(-)0,75` °C per uur.
`(ΔT_W) / (Δt) =0,0625` °C per uur.
`T_A` om ongeveer 8:00 uur, `T_L` om ongeveer 8:00 uur en `T_W` om ongeveer 14:00 uur.
`23 2/3*100` euro.
GR:
`y_1 = text(-) 1/3 x^3 + 6x^2`
en
`y_2 = y_1(x) - y_1(x-1)`
.
De boer zal
`7`
bietenwieders in dienst nemen.
De 6e en de 7e bietenwieder hebben de hoogste meeropbrengst en brengen dus het meeste binnen tegen dezelfde loonkosten.
Zie figuur.
In het vijfde jaar is de toename van het aantal kg vis het grootst (
`20000`
kg).
Als de viskweker
`5`
jaar wacht is er
`60000`
kg vis en hij kan dan jaarlijks
`20000`
kg vis vangen, precies de toename in dat vijfde jaar. Zo houdt hij steeds tussen
de
`40000`
en de
`60000`
kg vis.
(bron: examen wiskunde A vwo 1989, eerste tijdvak)
Lees uit de grafiek af dat de hagedis actief is tussen ongeveer 7:30 uur en 8:00 uur 's morgens en tussen 18:00 uur en 18:30 uur 's avonds. Dus in totaal ongeveer `1` uur.
`~~9` °C/h.
Maak een tabel met daarin de temperatuur in de omgeving, in het hol en het verschil tussen de twee.
Het grootste verschil is rond 12:00 uur.
(naar: examen havo wiskunde A in 1996, tweede tijdvak)
In 1975:
`T≈1540`
mld liter per dag en
`B≈215`
miljoen.
Per inwoner gemiddeld ongeveer
`7163`
liter per dag, dus per jaar
`365 *7163 ≈2600000`
liter per inwoner.
In 1950:
`625/700*100 ≈89,3`
%.
In 1980:
`1525/1680*100 ≈90,8`
% (het getal
`1525`
vind je door bij de hoeveelheid in 1950 alle toenames op te tellen)
Tussen `1525 +6 *110 =2185` en `1525 +6 *200 =2725` mld liter per dag.
(bron: examen wiskunde A havo 1993, eerste tijdvak)