Werken met data > Totaalbeeld
12345Totaalbeeld

Antwoorden van de opgaven

Opgave 1
a

Er gaan meer mensen dood dan er worden geboren.

b

`3 *250000 =750000` geboortes per jaar.

c

`2 *250000 =500000` geboortes per jaar.

Opgave 2
a

Cirkeldiagram, kaartdiagram en lijndiagram.

b

De kleuren in het kaartje komen overeen met de kleuren in het cirkeldiagram en hebben verder geen betekenis.

c

`39,6` %; omdat er waarschijnlijk ook her en der nog onbekende, geheime (niet ontdekte) olievoorraden zijn.

d

De nul ligt niet helemaal onderaan; het kan dus ook negatief zijn.

e

Er was minder olie beschikbaar.

f

De olieprijs steeg explosief. Als er een tekort aan iets is op de markt - als er meer vraag is naar een product dan aanbod - stijgen de prijzen.

g

Het diagram geeft informatie over waar de olievoorraden zijn, hoe hoog de olieprijs is en waarom de olieprijs die hoogte heeft.

Opgave 3
a

De getallen uit de tweede kolom (de totale lengte van alle autowegen) en het aantal inwoners van een land.

b

De getallen uit de tweede kolom (de totale lengte van alle autowegen) en de oppervlakte van een land.

c

`139,01` mm autoweg per inwoner.
`54,76` m autoweg per km².

d

Voorstanders: per inwoner hebben we maar `139`  mm autoweg, dat is veel minder dan bijvoorbeeld een land als Luxemburg.

e

Tegenstanders: per km² hebben we ruim `54` meter autoweg; we zijn daarmee een van de koplopers in de wereld.

f

Bijvoorbeeld: aantal (vracht)auto's, aantal files.

Opgave 4
a

Opleidingsniveau, leeftijd en geslacht.

b

Opleidingsniveau (kwalitatief), leeftijd (kwantitatief) en geslacht (kwalitatief).

c

Minimaal zes staafdiagrammen.

d

Van de gegevens bij de leeftijdsgroepen kun je een lijndiagram maken. Maar je zou ook een staafdiagram kunnen maken van de tijd die je niet kijkt per variabele; of een staafdiagram waarbij je uitrekent hoeveel je afwijkt van het totaal.

e

Het totale aantal minuten op een dag is 1440 minuten en geen 216. De gegevens zeggen dus alleen iets over de verdeling van de tijd die besteed wordt aan het kijken naar apparaten. Als er iemand bijvoorbeeld een boek leest, komt dat niet terug in de relatieve gegevens.

f

`13-19` jaar:

tv-toestel: `82,1` %

pc + laptop: `11,5` %

Overig: `6,4` %

Opgave 5
a

Het percentage van de stemmen van een bepaalde politieke partij (lichtpaars) en het percentage Nederlanders met een wethouder van een bepaalde politieke partij in hun gemeente (donkerpaars).

b

Ongeveer `12` % van de stemmers heeft op de VVD gestemd.

Ongeveer `50` % van de Nederlanders heeft een VVD-wethouder in zijn of haar gemeente.

c

D66.

d

De donkerpaarse staaf is ook ongeveer vijf keer zo hoog als de lichtpaarse staaf.

e

Het aantal Nederlanders wordt vergeleken met het aantal stemmers op een politieke partij. Maar niet iedereen mag stemmen en niet iedereen heeft gestemd. In het staafdiagram gaat het om percentages van twee verschillende populaties.

f

Bijvoorbeeld: Gemeenten zijn verschillend in grootte, dus ook verschillend in aantal inwoners en aantal wethouders.

Opgave 6Infographics
Infographics
a

Zelf doen!

b

Zelf doen!

verder | terug