Data verwerken > Data presenteren
12345Data presenteren

Voorbeeld 1

Bekijk het diagram van de frequentieverdeling van het gewicht van jongens de dataset Gegevens 154 havo 4-leerlingen.
Bereken bij de klasse met klassenmidden `57` voor deze jongens de bijbehorende relatieve frequentie. Waarom is het omrekenen naar percentages nodig als je de data van deze jongens wilt vergelijken met de data van de meisjes in deze dataset?

> antwoord

Het totale aantal jongens is: `2 + 4 + 13 + 19 + 10 + 12 + 4 + 2 + 1 + 1 = 68` .
Kennelijk heeft één van de jongens zijn gewicht niet willen geven.
Het percentage jongens bij de klasse met klassenmidden `57` is: `19/68xx100=27,9` %.

Omrekenen naar percentages (relatieve frequenties) is nodig om frequentieverdelingen te kunnen vergelijken. Meestal laat je Excel het rekenwerk doen.

Opgave 6

Bekijk in Voorbeeld 1 hoe je het percentage jongens bij de klasse met klassenmidden `57` berekent.

a

Bereken zelf het percentage jongens in de klasse `70 - < 75` .

Vanuit een klassenindeling kun je het gemiddelde gewicht alleen nog maar schatten, want daarin staan niet meer de ruwe data. Je gebruikt daartoe de klassenmiddens.

b

Schat het gemiddelde gewicht van deze jongens vanuit het gegeven staafdiagram.

Neem nu het databestand uit Voorbeeld 1.

c

Bereken met behulp van Excel het gemiddelde gewicht van deze jongens.

d

Maak nu zelf met behulp van Excel staafdiagrammen van de relatieve frequenties (in procenten) van de gewichten van zowel de meisjes als de jongens. Vergelijk hun gemiddelde gewichten vanuit de ruwe data.

Opgave 7

Je kunt een klassenindeling op verschillende manieren noteren.

a

Lengtes van de bladeren van een bepaald soort boom (cm) worden ingedeeld in de klassen `6,5 - < 7,5` ; `7,5 - < 8,5` ; enzovoort. Bepaal de klassenbreedte en de klassenmiddens.

b

De leeftijden van de werknemers van een bepaald bedrijf worden in de volgende klassen ingedeeld: `20 - 24` , `25 - 29` , ..., `60 - 64` . Bepaal de klassenbreedte en de klassenmiddens.

c

Bij een theater wordt bijgehouden hoeveel kaartjes er voor een voorstelling worden verkocht. De klasse `200 - 249` geeft het aantal voorstellingen weer waarvoor `200` tot en met `249` kaartjes verkocht zijn. Bepaal de klassenbreedte en het klassenmidden van deze klasse.

d

Bij welke variabelen uit een dataset is het zinvol/mogelijk om een klassenindeling te maken? Licht je antwoord toe. Gebruik de woorden kwantitatief of kwalitatief en continu of discreet.

verder | terug