Data verwerken > Verdelingen typeren
12345Verdelingen typeren

Verwerken

Opgave 7

Bekijk deze frequentieverdelingen.

A
B
C
D
E
F
G
H
a

Welke van deze verdelingen zijn symmetrisch?

b

Welke van deze verdelingen zijn eentoppig?

c

Welke van deze verdelingen zijn links scheef?

(naar: Mathematics Assessment Project, Classroom challenges, maart 2015)

Opgave 8

Bekijk deze frequentieverdelingen in de vorm van boxplots.

boxplot 1
boxplot 2
boxplot 3
boxplot 4
boxplot 5
boxplot 6
boxplot 7
boxplot 8
a

Welke van deze verdelingen zijn symmetrisch?

b

Welke van deze verdelingen zijn links scheef?

(naar: Mathematics Assessment Project, Classroom challenges, maart 2015)

Opgave 9

Bekijk de relatieve frequenties bij de klassenverdeling van de leeftijdsopbouw van leraren in het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs in de jaren 1995 en 2005.

a

Maak staafdiagrammen voor de leeftijdsopbouw in 1995 en in 2005 van de leraren in het p.o. en die in het v.o. Beschrijf de verschillen tussen beide verdelingen.

b

Leg uit waar je de nieuwe instroom van leraren in het primair onderwijs aan herkent.

c

Bepaal de klassenmiddens en geef daarmee een schatting van de gemiddelde leeftijden in het primair onderwijs in 1995 en in 2005.

d

Bekijk de cumulatieve relatieve frequentiepolygonen voor het voortgezet onderwijs. Lees de kwartielen af voor 2005.

Opgave 10

Je ziet de cumulatieve frequentieverdelingen van de prestaties van `74` brugklassers met vergooien.

a

Vergelijk de twee cumulatieve relatieve frequentieverdelingen. De jongens bleken verder te kunnen gooien dan de meisjes. Welke is van de jongens en welke van de meisjes denk je? Licht je antwoord toe. En wat is de minst verre worp van de meisjes en wat is de minst verre worp van de jongens?

b

Je wilt een uitspraak doen over de spreiding van de verdelingen aan de hand van de cumulatieve relatieve frequentiepolygonen. Bepaal voor de meisjes en de jongens met behulp van de grafiek de mediaan, de spreidingsbreedte en de kwartielafstand.

Wat kun je concluderen uit deze spreidingsmaten?

Opgave 11

Je ziet drie staafdiagrammen die de inkomensverdeling in Nederland in 2007 in kaart brengen.

Het gestandaardiseerd inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Dus alle inkomens worden herleid tot het inkomen van een eenpersoonshuishouden.

a

Beschrijf de vormen van al deze verdelingen.

b

Bepaal voor elke verdeling de spreidingsbreedte.

c

Ga voor elke verdeling na hoe het modale inkomen, de mediaan en het gemiddelde ten opzichte van elkaar liggen.

d

Vergelijk de inkomensverdelingen van de deelgroepen "paar met kinderen" ,  "paar zonder kinderen" en "alleenstaanden" . Probeer ook een verklaring voor de verschillen te geven.

(bron: CBS)

verder | terug