Data verwerken > Verdelingen typeren
12345Verdelingen typeren

Verkennen

Opgave V1

Gebruik weer de dataset Gegevens 154 havo 4-leerlingen.

Je ziet diagrammen met de wiskundecijfers in 3 havo voor de leerlingen in de verschillende profielen. Kijk per profiel naar de verdeling van de cijfers voor wiskunde in 3 havo.

a

Wat valt je op aan de verschillen in vorm van deze frequentieverdelingen? Beschrijf je opmerkingen per profiel.

b

Bij welke van deze vier verdelingen liggen de mediaan en het gemiddelde het dichtst bij elkaar? Hoe zie je dat aan het diagram?

c

De verdeling van de wiskundecijfers in havo 3 voor het NT-profiel is een scheve verdeling. Waarom zou je deze verdeling scheef noemen, denk je?

d

Welke verdeling is het meest symmetrisch?

Opgave V2

Bekijk de verdeling van het profiel NG nog eens. Ga ervan uit dat alle frequenties hele percentages zijn.

a

Hoeveel procent van de NG-leerlingen had in 3 havo een wiskundecijfer lager dan of gelijk aan 7?

b

Hoeveel procent van die leerlingen had in 3 havo een wiskundecijfer lager dan of gelijk aan 8?

Je noemt de frequenties die je bij a en b hebt berekend wel "somfrequenties" . Bij somfrequenties tel je bij de frequentie van bijvoorbeeld het cijfer 7 ook de frequenties van alle voorgaande cijfers op: je stapelt de frequenties als het ware op elkaar. In dit geval stapel je relatieve frequenties op elkaar.

c

Maak een tabel waarin bij elk cijfer de relatieve somfrequentie staat.

d

Welk percentage had een cijfer lager dan of gelijk aan 5?

e

Bekijk het lijndiagram.

Welke conclusie kun je uit dit diagram trekken?

verder | terug