Data verwerken > Totaalbeeld
12345Totaalbeeld

Antwoorden van de opgaven

Opgave 1
a

Iets meer dan `20` % en de verwachting lijkt dat het iets toeneemt, maar het kan ook gelijk blijven.

b

`80` %

c

2000: `~~ 30000` euro.

2005: `~~ 70000` euro.

2010: `~~ 65000` euro.

Opgave 2
a

De spreidingsbreedte van het bruto regionaal product per inwoner in de verschillende regio's in een land.

b

VK (Verenigd Koninkrijk).

c

Het gaat over regionale spreiding en binnen een regio kunnen ook nog grote verschillen zitten.

d

Dit zijn kleine landen die waarschijnlijk niet in regio's zijn verdeeld.

Opgave 3
a

De gegevens zijn al verdeeld in klassen en je kunt de ruwe data niet meer zien.

b

De mediaan is het gemiddelde van de 572e en 573e waarneming en valt in het midden van de klasse `101 - \le 110` en is dus `~~105,5` .

Het gemiddelde: `(5,5*5 + 15,5*12+ 25,5*19+ ....+ 185,5*4+195,5*2)/1044 ~~100,0` .

c

Minimum: `1` . Maximum: `200` .

De spreidingsbreedte is maximaal `200-1=199` en minimaal `191-10=181` .

`Q_1 ~~ 75,5`

`Q_3 ~~ 125,5`

Interkwartielafstand is ongeveer `125,5 - 75,5 = 50` .

De standaarddeviatie uitrekenen met de GR: twee lijsten maken met klassenmidden en frequenties. Of uitrekenen in Excel: afwijking ten opzichte van `100` (gemiddelde) kwadrateren, vermenigvuldigen met frequentie, optellen, delen door `1044` en wortel trekken.

d

`(21+9+4+2)/1044* 100 ~~ 3,4` %.

e

`(5+12+19+24)/1044 * 100 ~~ 5,8` %.

f

Redelijk symmetrisch met één top (in het midden), niet-scheef; benadert een normale verdeling.

Opgave 4
a

staafdiagrammen

b

Geschat:
in 1900: `400000`  
in 1950: `600000`  
in 2000: `550000`

c

In 2000 in klasse `50 - 54` .

In 2050 in klasse `95+` .

d

1900 en 1950: `0-4` .
2000: `25-29` .
2050: `50-54` .

De modale klasse stijgt in leeftijden.

e

Het aantal 85-plussers schatten uit diagrammen en van absoluut omrekenen naar relatief (in procenten).

Opgave 5
a

De tabel is bedoeld voor de leek; het gaat over de meest voorkomende vlinders en er staat een foto van de vlinder bij. Het tijdbalkenoverzicht is meer voor de vlinderliefhebber die op zoek wil naar speciale soorten en gedetailleerde informatie per week en per soort nodig heeft.

b

Je kunt aflezen `Q_1` , mediaan en `Q_3` . Het begin en einde van de boxplot is niet duidelijk.

c

Er zijn twee generaties vlinders. In de tijdbalk zie je dat terug door (2) achter de vlindernaam. In de tijdbalk zelf is dit niet te zien.

d

Het percentage duinparelmoervlinders dat gaat vliegen tussen 26-6 en 15-7 stijgt van `25` % naar `75` %.

e

De vliegtijd van het icarusblauwtje staat volgens tijdbalk op `98` % en dat zou betekenen dat er geen tweede generatie in 2014 komt of dat deze al gevlogen heeft. De oorzaak kan in het weer liggen.

Opgave 6Reactiesnelheden
Reactiesnelheden
a

Je moet de reactietijd van dezelfde persoon meerdere keren meten om een histogram te kunnen maken.

b

Denk aan: hoeveel toppen, scheef of niet, enzovoort.

c

Zoek eventueel terug welke centrummaten en spreidingsmaten er zijn.

verder | terug