Statistisch onderzoek > SteekproevenVerwerken
Geef van de volgende steekproeven aan of ze aselect en/of representatief zijn. Licht je antwoord toe.
-
Om een onderzoek te doen naar het theaterbezoek onder 14 tot 18-jarigen kies je de leerlingen van jouw eigen klas.
-
Om de gemiddelde onderhoudskosten van een bepaald type auto te bepalen worden autobezitters via het tijdschrift "Autokampioen" gevraagd de onderhoudskosten door te geven.
Bij het doen van metingen voor een onderzoek ontstaan soms fouten.
Geef een voorbeeld van een systematische fout bij het meten van de temperatuur.
Geef een voorbeeld van een toevalsfout bij het meten van de temperatuur.
Geef twee voorbeelden van een systematische fout bij het meten van iemands gewicht in kilo's. Geef ook een voorbeeld van een toevalsfout.
Er wordt een concert gegeven met meer dan tienduizend bezoekers. Gegeven is het histogram van de frequenties van de leeftijden van de bezoekers binnen de steekproef. De steekproefomvang is `50` . De steekproef is aselect genomen.
Is de steekproef representatief? Licht je antwoord toe met twee argumenten.
Hoe kan de steekproef wel representatief worden gemaakt?
Er wordt onderzoek gedaan naar het aantal Nederlanders dat Fries spreekt. Er wordt een steekproef genomen van `1200` deelnemers: uit elke provincie aselect `100` inwoners.
Lever commentaar op deze steekproefsamenstelling.
Hoe kan het beter?
In een buurt staan rijtjeshuizen in blokken van vijf. De huizen hebben even nummers
en zijn genummerd van 2-100.
De gemeente wil inzicht krijgen in het energieverbruik. Ze ondervragen daarvoor de
bewoners van vijf huishoudens met de nummers 12, 20, 42, 60 en 82. Is deze steekproef
representatief?
In een onderzoek naar het voedingspatroon van de Nederlandse jeugd van 16 – 22 jaar wordt een aselecte steekproef van `10000` jongeren uit die leeftijdscategorie getrokken. Al deze jongeren krijgen een schriftelijke enquête naar hun huisadres gestuurd.
Is de steekproef representatief?
Het percentage enquêtes dat ingevuld terug komt, heet respons. Het onderzoeksbureau krijgt `4831` enquêtes ingevuld terug. Hoe groot is de respons?
Geef minstens twee redenen waarom er enquêtes niet zijn ingevuld (non-respons).
Op een bepaalde vraag wordt op `94` % van de ingevulde enquêtes met "ja" geantwoord. Mag er nu worden geconcludeerd dat `94` % van de jongeren van 16 – 22 jaar het daarmee eens is?
Een van de conclusies van het onderzoek is: de Nederlandse jeugd drinkt de eerste keer wodka op een gemiddelde leeftijd van `19,3` jaar. Lever commentaar.