Statistisch onderzoek > Populatiegemiddelde schatten
12345Populatiegemiddelde schatten

Voorbeeld 2

Een machine vult medicijnverpakkingen met poeder. Het gewenste vulgewicht is `20` mg. De fabrikant bewaakt het vulgewicht. Daarom onderzoekt de kwaliteitsafdeling deze verpakkingen. Het is bekend dat de standaardafwijking van het vulgewicht `0,35` mg is.

De kwaliteitscontroleur wil het vulgewicht met een nauwkeurigheid van `1` % van het gewenste vulgewicht bepalen. Daarmee bedoelt hij dat de afwijking van het gewenste vulgewicht maximaal `1` % ervan mag zijn. Hoe groot moet de steekproefomvang zijn om dit met een `95` %-betrouwbaarheid te kunnen doen?

> antwoord

Gegeven is `S = 0,35` mg.

De afwijking van het gewicht mag maximaal `1` % van het gewenste gewicht zijn. Dat is `0,2`  mg.
Bij een betrouwbaarheid van `95` % komt dit overeen met `2* S/(sqrt(n)) = 0,2` .

Dit betekent: `0,2 = 2* (0,35)/(sqrt n)` .

Oplossen geeft: `n = 12,25` .

De steekproefomvang moet dus minstens `13` zijn.

Opgave 7

Bekijk Voorbeeld 2.

a

Los de vergelijking `0,2=2*(0,35)/sqrt(n)` op.

b

Als de kwaliteitsafdeling met een nauwkeurigheid van `0,5` % het gewenste vulgewicht wil bepalen, hoe groot moet dan de steekproefomvang zijn?

c

Als de nauwkeurigheid `1` % zou zijn en de steekproefstandaardafwijking zou verdubbelen, hoe groot zou dan de steekproefomvang moeten zijn?

verder | terug