Een laborant analyseert de concentratie van een actieve stof in een geneesmiddel. De standaardafwijking van deze concentratie is bekend, deze is `0,0062` . De laborant doet drie metingen met als resultaat in g/L: `0,8303` , `0,8259` en `0,8330` .
Bereken de standaardafwijking van de steekproevenverdeling. Rond je antwoord af op vier decimalen.
Bepaal het `95` % betrouwbaarheidsinterval voor de waarde van de gemiddelde concentratie van de actieve stof.
Hoeveel metingen moet de laborant minstens doen om de breedte van het `95` % betrouwbaarheidsinterval kleiner dan `0,01` te krijgen?