Statistisch onderzoek > Populatiegemiddelde schatten
12345Populatiegemiddelde schatten

Testen

Opgave 14

Bij een steekproef onder `30` pasgeboren baby's is de lengte (in cm) gemeten. De gemiddelde lengte is `52,2` cm en `S = 2,38` cm.

a

Bereken het `95` % betrouwbaarheidsinterval.

b

Onder de metingen zit een meetfout. Een van de baby's is geen `43` maar `48`  cm. Dit heeft gevolgen voor het gemiddelde en voor de steekproefstandaardafwijking. Nu is `S = 1,84` .

Bereken het `95` % betrouwbaarheidsinterval opnieuw.

c

Leg uit waarom een meetfout van één waarde in een kleine steekproef grotere gevolgen heeft dan in een grote steekproef voor het betrouwbaarheidsinterval.

Opgave 15

Een gemeente heeft lampen gekocht voor de straatverlichting met volgens de fabrikant een gemiddelde levensduur van `1500` uur. Er wordt een steekproef genomen om na te gaan of dit klopt. Hierbij werd een gemiddelde levensduur van `1488` uur gemeten met een standaardafwijking van `120` uur. De bewering van de fabrikant kon met `95` % betrouwbaarheid worden verworpen.

Hoe groot was de steekpoef minstens?

verder | terug