Conclusies trekken > Verschil kwantitatieve variabelen
123456Verschil kwantitatieve variabelen

Voorbeeld 1

Bij lampen wordt onderzoek gedaan naar het aantal branduren. Bekijk de boxplots van de branduren van lampen. Deze laten het resultaat van steekproeven van vier typen lampen zien.

Vergelijk de branduren van type A met de andere typen. Trek de conclusies met behulp van de vuistregels op de Formulekaart.

> antwoord

Voor het verschil in brandduur geldt:

  • Het verschil tussen A en B is gering, want de boxen overlappen en er ligt geen mediaan buiten de andere box.

  • Het verschil tussen A en C is middelmatig, want de boxen overlappen en een mediaan (zelfs beide) ligt buiten de andere boxen.

  • Het verschil tussen A en D is groot, want de boxen overlappen niet.

Opgave 5

Gebruik de gegevens uit Voorbeeld 1. Trek alle overige mogelijke conclusies met de regels van de formulekaart.

Opgave 6

Gebruik de gegevens uit Voorbeeld 1.

a

Naar een vijfde type, type E, is ook onderzoek gedaan. In de steekproef zaten alleen lampen met een levensduur van meer dan `3000` uur. Waarom weet je nog steeds niet `100` % zeker dat elke lamp van type E langer brandt dan de lampen van type A?

b

Als de steekproefomvang groter wordt gemaakt, welke invloed heeft dat dan op de conclusie?

c

Hoeveel procent van de lampen van type A gaat langer mee dan de lamp van type D met de kortste brandtijd?

verder | terug