Bekijk het spreidingsdiagram. Daarin zijn de resultaten weergegeven van een onderzoek in dertig landen. Het `bnp` en de `ug` zijn gemiddelden per inwoner.
Je kunt door deze punten een trendlijn tekenen. De bijbehorende correlatiecoëfficiënt is een maat voor de sterkte van het verband. Is de lijn dalend, dan is de correlatiecoëfficiënt negatief en is ook de richtingscoëfficiënt van de trendlijn negatief.
Je kunt ook een trendlijn door deze gegevens tekenen. In de praktijk heb je de gegevens
vaak in een database beschikbaar. De trendlijn bereken en teken je dan met de computer,
zie het
Welke vergelijking heeft deze trendlijn?
Je zoekt twee punten. Deze punten moeten niet te dicht bij elkaar liggen, bijvoorbeeld de punten voor TUR en NLD: `(13; 0,5)` en `(39; 3,9)` .
De vergelijking van de trendlijn is `ug ~~ 0,13* bnp - 1,20` .
Gebruik de gegevens uit
Waarom moet je de punten niet te dicht bij elkaar kiezen om de vergelijking van een trendlijn op te stellen?
Stel zelf de vergelijking van de trendlijn op.