Een herder wil met `300` m gaas een stuk heide afgrenzen om er schapen te laten grazen. Het af te grenzen stuk moet rechthoekig worden met een oppervlakte van `0,5` ha (dus `5000` m2). De vraag is nu of dat kan en zo ja, wat dan de lengte en de breedte zijn van het af te zetten stuk heide.
Om welke variabelen gaat het in dit probleem?
Stel een formule op voor de omtrek van het af te zetten stuk heide. Gebruik de letter `l` voor de lengte en `b` voor de breedte, beide in meters.
Stel een formule op voor de oppervlakte van het af te zetten stuk heide.
Los het probleem verder op, bijvoorbeeld met behulp van tabellen of grafieken.