Werken met formules > Formules en de GR
12345Formules en de GR

Voorbeeld 4

Een boer wil een rechthoekig stuk land van `200` m2 omheinen. De kosten voor de omheining moeten zo laag mogelijk worden. Hij moet de lengte en de breedte dus zo kiezen dat de omtrek zo klein mogelijk wordt. Hoeveel meter omheining is in dit geval nodig?

> antwoord

Er gelden voor zo'n rechthoek twee formules: `A=l*b` en `P=2 l+2 b` als `l` de lengte (in meter), `b` de breedte (in meter), `A` de oppervlakte en `P` de omtrek is.

Omdat `A=200` , geldt: `l*b=200` en dus `l=200/b` .

Die uitdrukking kun je invullen in de formule voor de omtrek: `P=400/b+2 b` .

Deze formule geeft een verband tussen `P` en `b` waarmee je een grafiek kunt maken. Je voert dan de formule in de grafische rekenmachine in en je kiest verstandige waarden voor de instelling van het grafiekenvenster. Aan de grafiek kun je zien dat er een waarde van `l` is, waarbij de omtrek zo klein mogelijk is. Die waarde is ongeveer `14,1` meter en de bijbehorende breedte is hetzelfde. Kennelijk is een vierkant landje het gunstigst.

Opgave 7

Bekijk Voorbeeld 4. Boer Voortman zet voor zijn paard een weilandje af. Hij heeft daarvoor nog `200`  meter gaas. Het weiland wordt zuiver rechthoekig. Omdat het weiland tegen een brede rivier aan komt te liggen, hoeft hij alleen bij de twee breedtes en de lengte een hek te plaatsen.

a

Druk de lengte `l` van het weiland uit in de breedte `b` .

b

Druk de oppervlakte `A` van het weiland uit in `b` .

c

Breng met de grafische rekenmachine de grafiek bij de formule die je in b hebt gevonden in beeld. Bedenk van tevoren de beste vensterinstellingen.

d

Voor welke waarden van `b` is de oppervlakte van het weiland zo groot mogelijk?

verder | terug