Werken met formules > Vergelijkingen
12345Vergelijkingen

Verwerken

Opgave 8

Los de vergelijkingen algebraïsch op. Rond waar nodig af op twee decimalen.

a

`2x - 3(x+4) = 5x - 18`

b

`sqrt(x+4 )=20`

c

`(2 x-5 ) ^3=125`

d

`sqrt(a^2+4) - 20 = 0`

e

`2x^2 -2 =12x + 30`

f

`(1 - 2x)(x + 3) = (4x + 13)(x + 3)`

Opgave 9

Los de vergelijkingen op door inklemmen met behulp van de grafische rekenmachine. Zoek alle oplossingen.

a

`sqrt(x)=6 -x`

b

`x^4=2 +x`

Opgave 10

Stel je voor dat iemand van een hoog gebouw een steentje laat vallen. Hij staat `381` m boven de grond. Onder invloed van de zwaartekracht valt een steen eenparig versneld (de luchtweerstand laat je buiten beschouwing). Natuurkundigen hebben daarvoor een rekenmodel bedacht. Daarin hangen de afgelegde weg `s` (in meter) en de snelheid `v` (in meter per seconde) af van de tijd `t` (in seconden) volgens de formules `s=4,9 t^2` en `v=9,8 t` .

a

Geef een formule voor de hoogte `h` van het steentje boven de grond als functie van `t` .

b

Bereken het tijdstip waarop het steentje op de grond komt op één decimaal nauwkeurig.

c

Bereken de snelheid waarmee het steentje op de grond komt. Geef je antwoord in km/h.

Opgave 11

Bereken bij de formules de waarde van de ene variabele als de andere `0` is.

a

`2 p-3 q=650`

b

`W=text(-)0,25 q(0,5 q-100 )`

c

`k^2+ (l+2 ) ^2=100`

d

`a=1200/ (600 +0,2 d^2) -1`

e

`(x^2-4 )(y^2-9 )=text(-)36`

f

`y^4+1 = 4/ (1 +x^2)`

Opgave 12

Los de vergelijkingen algebraïsch op.

a

`12/v=400`

b

`2/ (x+1) -3/x=1/10`

c

`(3x-9)/(x^3+2x+1)=0`

verder | terug