De formule `1/2 ( x + 8 ) = text(-)7 + x` is een voorbeeld van een vergelijking. Bij deze vergelijking kun je een getal voor `x` zoeken dat de vergelijking waar maakt: aan beide zijden van het isgelijkteken komt er hetzelfde uit. Dat kun je doen met de balansmethode.
Je kunt bijvoorbeeld zo te werk gaan:
`1/2(x+8)` |
`=` |
`text(-)7+x` |
haakjes wegwerken
|
`1/2 x+4` |
`=` |
`text(-)7+x` |
beide zijden
`-4`
|
`1/2 x` |
`=` |
`text(-)11+x` |
beide zijden
`-x`
|
`text(-)1/2 x` |
`=` |
`text(-)11` |
beide zijden
`xx text(-)2`
|
`x` |
`=` |
`22` |
Je kunt dit antwoord nog controleren door aan beide zijden van de gegeven vergelijking voor `x` het getal `22` in te vullen.
In de
Los de vergelijkingen op met de balansmethode. Rond indien nodig af op twee decimalen.
`3 t - 400 = 700`
`3 t - 400 = 700 - 2 t`
`2300 - 0,15 * p = 1559 + 0,42 * p`
`(x - 3) /4 = 1/5 ( 10 - 2 x )`