Functies en grafieken > Samengestelde functiesVerkennen
Een vuistregel voor het berekenen van de remweg van een auto die met een gegeven snelheid rijdt luidt: Neem de snelheid in km/uur en deel dit getal door `10` . Kwadrateer de uitkomst en vermenigvuldig daarna wat je hebt gevonden met `3/4` . Daarmee krijg je de lengte van de remweg in meter.
Bereken de lengte van de remweg bij een snelheid van `60` km/h. Volg de rekenstappen van de vuistregel.
Stel een formule op voor de remweg `R` (in m) als functie van de snelheid `v` in km/h.
Bij een ongeval waarbij een auto voluit moest remmen en zonder botsen tot stilstand is gekomen, meet de politie een remspoor van `90` m. Daaruit wil men kunnen berekenen hoe hoog de snelheid was waarmee de auto heeft gereden.
Hoe doe je dit vanuit de gegeven vuistregel? Bereken die snelheid in km/h.
Stel een formule op voor de snelheid `v` (in km/h) als functie van de remweg `R` in m.